'Ambtenaren mede vertrokken vanwege gedrag wethouder Ufuk Kâhya'
Meerdere ambtenaren van de gemeente Den Bosch zijn mede door het gedrag van wethouder Ufuk Kâhya vertrokken. Dat blijkt uit antwoorden van het college van burgemeester en wethouders op vragen van diverse politieke partijen.
Hoeveel ambtenaren dat zijn en in welke mate het gedrag van de wethouder doorslaggevend was voor het vertrek wordt niet duidelijk uit het stuk dat gestuurd is door het college. De partijen hadden diverse vragen gesteld toen onlangs bleek dat er dat negatieve verhalen rondgingen over het gedrag van wethouder Kâhya.
"Zelden terug te voeren op één oorzaak"
B & W schrijven in de antwoorden op de verschillende vragen dat bij vertrekkende ambtenaren een exitgesprek wordt gevoerd. Uit die gesprekken bleek dat in deze en de vorige bestuursperiodes enkele keren het vertrek te maken had met gedragingen van bestuurders. "In die context is wethouder Kâhya enkele keren onderwerp van gesprek geweest." Wel benadrukt B en W in de brief dat het vertrek van medewerkers zelden terug te voeren is op één oorzaak. Ook wordt niet duidelijk welke andere bestuurders genoemd zijn in negatief verband.
Al in de zomer van 2021 waren er volgens de gemeente signalen van een moeizame samenwerking tussen een aantal ambtenaren en wethouder Kâhya. In december van dat jaar werd daarom een gesprek gevoerd met de wethouder, waaruit afspraken volgden over coaching.
"In het voorjaar van 2023 waren er opnieuw signalen dat de samenwerking tussen enkele ambtenaren en de betreffende wethouder niet goed verliep", vervolgt het college. Deze meldingen zouden van zowel de ambtenaren als de wethouder zijn gekomen. Ook toen heeft Kâhya een coach aangetrokken, ditmaal op eigen kosten, om in dit specifieke project beter samen te werken.
Verschil tussen signalen, meldingen en klachten
Het college benadrukt de verschillen tussen signalen, meldingen en klachten. In het geval van Kâhya is er één melding binnengekomen, wat in tegenstelling tot signalen een formele status heeft. De zwaarste vorm van melden is een klacht, maar daar is in dit geval geen sprake van geweest.
Ondanks dat er dus geen klachten zijn ingediend tegen de wethouder, willen zowel coalitie- als oppositiepartijen in gesprek met wethouder Kâhya en de rest van het college. Dat zal waarschijnlijk begin oktober moeten plaatsvinden.