Beëdiging van raadsheren gerechtshof Den Bosch moet opnieuw door administratieve fout
Bij de beëdigen van zeven advocaten-generaal bij het gerechtshof in Den Bosch is een administratieve fout gemaakt. Voor de eed is de verkeerde tekst gebruikt en daarom moeten deze raadsheren opnieuw beëdigd worden.
Mensen die een openbaar ambt gaan bekleden, moeten voorafgaand een eed of een belofte afleggen. Er is een ambtseed voor rechters en raadsheren en één voor de overige medewerkers. In enkele gevallen is de eed voor medewerkers per abuis bij de raadsheren en de aanklagers gebruikt.
Controle door het Openbaar Ministerie heeft uitgewezen dat het zeven advocaten-generaal (officieren van justitie in hoger beroep) betreft. Zij zijn bevoegd om namens het OM op te treden als aanklager. Ze zijn formeel benoemd en beëdigd, maar daarbij Alleen is een administratieve fout gemaakt bij het hof.
Gevolgen voor lopende zaken
De raadsheren die het betreft, worden of zijn inmiddels opnieuw beëdigd. Het hof is nagegaan welke rechtszaken door hen zijn of worden behandeld. Het kan mogelijk gevolgen hebben voor zaken waarin bij de Hoge Raad cassatie is ingesteld of nog kan worden ingesteld. Partijen die het aangaat, worden zo snel mogelijk persoonlijk op de hoogte gesteld. Zaken waarin hoger beroep niet meer mogelijk is, zijn onherroepelijk. Deze betreft het dus niet.
Rinus Otte, lid van het College van procureurs-generaal, betreurt de gang van zaken. "Het is pijnlijk dat bij verdachten, slachtoffers, nabestaanden en andere betrokkenen wier zaak nog niet onherroepelijk is, onrust kan ontstaan door dit nieuws. Ik ga er echter vanuit dat een onregelmatigheid in de tekst van de eed de berechtingen intact laat".