Bossche PVV krijgt geen steun van de raad voor motie van wantrouwen tegen college
De Bossche PVV krijgt geen steun voor een motie van wantrouwen tegen het college van B & W. Fractieleider Alexander van Hattem kondigde de motie aan naar aanleiding van uitlatingen van wethouder Kâhya, die de PVV eerder racistisch noemde. “Onacceptabel”, vindt Van Hattem die uitspraken.
Dit bleek in de gemeenteraadsvergadering dinsdagavond.
Wethouder Kâhya noemde de partij racistisch nadat de PVV zich uitsprak over een overheidspublicatie waar een kind in islamitische kleding te zien is. Van Hattem: “Een kind hoort niet in een islamitisch gewaad afgebeeld te worden. Dit is seksualisering van kinderen en hoort niet thuis in een overheidspublicatie.” Van Hattem zegt dat wethouder Kâhya zeer fel naar hem uitgehaald heeft. “Zijn uitlatingen accepteer ik niet. Ik heb nog nooit eerder problemen met hem gehad, maar de manier waarop hij uitviel was onacceptabel.”
In eerste instantie wilde Van Hattem de motie van wantrouwen alleen tegen Kâhya indienen. Nadat bleek dat het college van B & W achter de wethouder staat kondigde hij aan de motie van wantrouwen tegen het hele college te willen indienen. Echter steunde geen één partij het indienen van de motie.
Wethouder Kâhya was zelf niet aanwezig bij de vergadering. En hij was lang niet de enige: vanwege de flinke corona-uitbraak in de regio waren er maar liefst drie wethouders en acht raadsleden afwezig tijdens de vergadering.