Meer aandacht voor slachtoffers gevallen na de bevrijding
Op 20 maart 1945 bezocht Koningin Wilhelmina voor het eerst sinds de bevrijding Den Bosch: een mooie dag voor de stad. Wat echter niet bekend is bij het grote publiek, is dat er op deze feestelijke dag ook nog slachtoffers zijn gevallen door Duits afweergeschut. Er wordt daarom gepleit voor een plaquette, als herinnering aan deze slachtoffers.
Op 20 maart 1945 bezocht Koningin Wilhelmina voor het eerst sinds de bevrijding Den Bosch: een mooie dag voor de stad. Wat echter niet bekend is bij het grote publiek, is dat er op deze feestelijke dag ook nog slachtoffers zijn gevallen door Duits afweergeschut. Er wordt daarom gepleit voor een plaquette, als herinnering aan deze slachtoffers.
Naar verluid zagen de straten zwart van de mensen: duizenden mensen probeerden een glimp op te vangen van de koningin. Door de vrolijke stemming werd haast even vergeten dat Den Bosch in deze tijd nog in de frontlinie lag: aan de noordkant van de Hedelse brug stond nog een Duits afweergeschut. Kort nadat de koningin en haar gevolg de stad hadden verlaten, werden er granaten op de binnenstad afgevuurd.
Met name het station, de Mariënburg, de Sint-Annaplaats en de Marktstraat werden getroffen. Er vielen zeven doden en tientallen mensen raakten gewond. De granaatinslagen zijn vandaag de dag nog steeds te zien op de muren bij kruising van de Marktstraat en de Markt.
Plaquette
Lang is er niet veel te vinden geweest over dit drama, maar in 2018 publiceerde de gemeente de namen van de slachtoffers. Maar dat is volgens sommige partijen niet genoeg: er wordt daarom al langer voor de plaatsing van een plaquette gepleit.
Alexander van Hattem (PVV) steunt dit voorstel en heeft daarom raadsvragen gesteld: “Wij van de PVV vinden het belangrijk om ook de slachtoffers van 20 maart 1945 te herdenken. Om de herinnering tastbaar te houden, moet er op deze plek een plaquette komen.”