Dichters laten in Lith kerstgedichten in Brabants dialect klinken
Twintig finalisten uit heel Brabant droegen zaterdag om de beurt hun zelf geschreven kerstgedicht voor in gemeenschapshuis de Snoeck in Lith. De organisatie had pas na de persconferentie van het kabinet van afgelopen week duidelijkheid dat de wedstrijd mocht doorgaan. Desondanks waren er ruim dertig aanmeldingen voor de kerstgedichtenwedstrijd.
Er was voor de deelnemers een belangrijke eis: het moest in dialect. Ook mocht het dialect maximaal dertig regels lang zijn. De drie beste dichters kregen uit handen van wethouder Thijs van Kessel een prijs. De jury keek onder meer naar ritme, vorm, kwaliteit en of het gedicht ook over komt in de zaal. Corona kwam veel in de gedichten terug. "Maar om het met een mooi Brabants woord te zeggen, iemand met een bruinsvreemds gedicht valt meer op. De gedichten waren over het algemeen mooi van taal en riepen emoties op, op een Brabantse manier", laat een jurylid desgevraagd weten.
Wat ook opviel was dat er dit jaar veel deelnemers waren uit het oosten van Brabant; ook uit de regio Oss. "Wel zijn er nog erg weinig jongeren die zich aandienen", merkt organisator Annette Raemakers op. "Volgend jaar, tijdens de 25e editie, hopen we met wat meer publiciteit ook nieuwe deelnemers te trekken." De organisatie worstelde lang met het wel of niet doorgaan van 'het mooiste kerstgedicht'. Nu waren dertig mensen welkom, onder wie jury, organisatie en de deelnemers. Er mocht verder geen publiek bij de wedstrijd in de Snoeck aanwezig zijn.
De prijzen waren voor Jaques van Gerven met het gedicht 'voetstappe', Piet Snijders met 'bezinge' en Ger Holtermans met 'Maria, Maria wordt wakker.
De wedstrijd ontstond tijdens het evenement “Ravestein bij kaarslicht” in 1996. De 24e editie werd net als de editie van vorig jaar gehouden in Lith.