Directeur Heesch West gaat uit van snelle oplossing elektriciteitsprobleem
Paul van Dijk, de projectdirecteur van het toekomstig bedrijventerrein Heesch West, gaat er vanuit dat er snel een oplossing wordt gevonden voor het overvolle elektriciteitsnetwerk. Het kunnen leveren van stroom is namelijk een basisvoorwaarde om bedrijven voor Heesch West aan te kunnen trekken.
Van Dijk reageert op de beslissing van TenneT en Enexis om geen nieuwe grootgebruikers meer aan te sluiten, omdat het netwerk het niet meer aankan. Paul Van Dijk: “We zijn al lang met Enexis in overleg om te komen tot een robuuste energievoorziening op Heesch West. We wisten wel van de capaciteitsproblemen maar de urgentie van de huidige situatie is wel nieuw”.
De ontwikkeling van Heesch West, waar de gemeenten 's-Hertogenbosch, Oss en Bernheze bij betrokken zijn, is nog niet zover dat er nu al grond aan bedrijven kan worden uitgegeven. Maar als er geen oplossing wordt gevonden, dreigt er wel een groot probleem. Projectdirecteur Van Dijk denkt niet dat het zover komt: “Het is duidelijk dat er forse investeringen nodig zijn om het elektriciteitsnetwerk aan te passen. En ik ben blij dat Heesch West nog steeds in de plannen van Enexis voor komt. Volgend jaar moet er in ieder geval zicht zijn op een oplossing.”
'Situatie onacceptabel'
Ook de gemeente ’s-Hertogenbosch heeft al laten weten er op te rekenen dat alle bedrijven die dat willen, zich kunnen gaan vestigen op Heesch West. Andere projecten, zoals met zonnepanelen en windmolens, moeten volgens de gemeente gewoon worden voortgezet, zo laat het college van B en W weten in een brief aan de raad: “Het gaat er dus niet om de vraag óf deze projecten kunnen worden aangesloten, maar wanneer. Om op deze vraag een antwoord te krijgen gaan we de komende periode als gemeente, samen met de provincie en de regio, in gesprek met TenneT en Enexis. Wij blijven aandringen op oplossingen en vinden de ontstane situatie onacceptabel gezien de ambities die wij samen met de provincie en het Rijk hebben als het gaat om de Energietransitie.”