FC Den Bosch krijgt deels gelijk: ruim twee ton verschuldigd aan Jordania
Na een jarenlange strijd is er een einde gekomen aan de vete tussen FC Den Bosch en Kakhi Jordania. De slotsom: FC Den Bosch hoeft géén 2 miljoen euro aan de Georgiër te betalen, maar ook niet niks: 241.349 euro.
FC Den Bosch kan weer vooruit kijken. De uitspraak betekent dat de club en de Georgiër van elkaar verlost zijn. De rechtszaak draaide om een bedrag van twee miljoen euro dat de voormalig geldschieter van de club terug wil zien na het niet doorgaan van de overname van FC Den Bosch. De club stelde juist dat zij nog geld tegoed heeft van Jordania.
Jordania nam de club in 2018 over. Althans, hij investeerde rijkelijk in de club in afwachting van een definitief overnamebesluit van de KNVB. Nieuwe spelers werden vorstelijk betaald, maar presteerden in ruil daarvoor goed. FC Den Bosch bezette enige tijd de koppositie in de Keuken Kampioen Divisie en eindigde als vierde.
De KNVB besloot in 2019 dat de overname tóch niet door kan gaan, vanwege onduidelijkheid over het geld van Jordania. Doordat de stekker uit de overname werd getrokken, kwam de club in acute geldproblemen. Ook nu is de situatie nog niet op orde; de club zoekt naarstig naar een nieuwe overnamekandidaat.
Geld over en weer
Er was gedurende de rechtszaak sprake van 9 kostenposten die ter discussie stonden. Volgens de rechtbank komen 4 kostenposten niet voor rekening van Jordania. Daarmee heeft hij recht op 61.680 euro die de club moet terugbetalen. Daar komt 250.000 euro lening bovenop die Jordania terug moet krijgen.
FC Den Bosch krijgt op haar beurt 36.000 euro aan teambonussen van de Georgiër. Ook moet de zakenman ruim 15.000 euro betalen voor de advocaatkosten die de club moest maken. Daarmee komt de slotsom uit op ongeveer 240.000 euro in het nadeel van de club.
De club heeft daarnaast nog recht op een schadevergoeding. Die kan volgens een woordvoerder nog wel eens hoger uitvallen dan het bedrag dat nu richting Georgië moet.