Gesteggel rondom Theater aan de Parade kost gemeente 4,5 miljoen extra
De gemeente ’s-Hertogenbosch moet ruim vier miljoen euro bijleggen om de nieuwbouw van het Theater aan de Parade te kunnen financieren. Dat komt door de vertraging die het project vorig jaar in de rechtszaal opliep.
Dat blijkt uit de voortgangsrapportage die naar de gemeenteraad is verstuurd.
In 2020 stapten omwonenden van het theater naar de Raad van State. Zij vinden dat het nieuwe theater niet past binnen de omgeving. Ook vinden ze het nieuwe gebouw te hoog en zijn ze bang voor overlast tijdens de werkzaamheden.
In februari werden de omwonenden in het ongelijk gesteld, maar in de tussentijd mocht er niet gesloopt en gebouwd worden. De rechtsgang komt de gemeente nu duur te staan, zo blijkt.
Schadevergoeding en een achterstand
Te beginnen heeft de aannemer recht op een schadevergoeding, die 1.425.000 euro bedraagt. Verder zijn de materiaalprijzen en lonen gestegen, ten opzichte van de periode waarin het contract met de aannemer gesloten werd. In totaal gaat dat om 1.260.000 euro.
Bovendien wil de gemeente, ondanks de vertraging, dat het theater de deuren opent voorafgaand aan het theaterseizoen 2023/2024. De kosten om de achterstand in te lopen worden geschat op 1,7 miljoen euro.
Geen rekening mee gehouden
Met deze kosten zijn in 2018 geen rekening gehouden, er werd slechts voor 60.000 euro aan ‘onvoorziene kosten’ gebudgetteerd. Destijds een realistisch bedrag, volgens de gemeente.
“Het is hoogst ongebruikelijk om deze kosten op voorhand te budgetteren aangezien onmogelijk is in te schatten of, en zo ja in welke mate, een dergelijke beroep- en bezwaarprocedure zich zal voordoen”, schrijft het college van burgemeester en wethouders aan de gemeenteraad.
Op 19 april is gestart met de sloop van het theater, de nieuwbouw start in juli dit jaar.