Kindertransporten herdacht in Kamp Vught
Dit weekend werden de kindertransporten herdacht in Nationaal Monument Kamp Vught. Dit jaar is het precies 80 jaar geleden dat bijna 1300 kinderen vanuit Kamp Vught werden afgevoerd.
De ‘Vlinderdag’, zoals de herdenking ook wel wordt genoemd, staat in het teken van de kindertransporten, waarbij bijna 1300 Joodse kinderen werden opgeroepen voor transport naar vernietigingskamp Sobibor. Bij aankomst in het kamp werden ze vrijwel allemaal direct vermoord, soms met één of beide ouders. De vlinder staat daarom symbool voor de overleden kinderen.
Tijdens de herdenking was er een speciale rol voor kinderen uit groep 7 van Basisschool de Schalm in Vught. Ze lazen de namen op van de afgevoerde kinderen en hielden een kort interview met staatssecretaris Maarten van Ooijen. Van Ooijen is als staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport verantwoordelijk voor de zorg van oorlogsgetroffenen. Ook plaatsten ze ingekleurde vlinders bij het monument.
Blijvende impact
Sara de Vries, tweede generatie Holocaustoverlevende, vertelde tijdens de herdenking het verhaal van haar familie. Haar tante en nichtje werden in maart 1943 opgepakt en vervoerd naar Kamp Vught. Ook zij moesten mee op de kindertransporten en hebben de oorlog niet overleefd. De Vries sprak tijdens de herdenking over welke impact dit verhaal nog altijd op haar familie heeft.
De herdenking werd afgesloten met een presentatie van het boek “De lange schaduw van de Holocaust: een familiekroniek”. In dit boek staat Anny Sulzbach centraal. Ze werd met haar dochter Evelyn ook op het kindertransport gezet, maar overleefde de oorlog. In het boek zijn interviews met haar, haar dochter en haar kleindochter te lezen.
De vlinders zijn nog tot en met 11 juni te zien bij het monument voor de kindertransporten op het terrein van Kamp Vught.