Met de bus naar landelijke actiedag sociale werkvoorziening
Medewerkers van IBN in Oss stapten woensdagochtend in de bus om af te reizen naar Utrecht. Daar wordt een landelijke actiedag gehouden voor mensen die actief zijn in de sociale werkvoorziening.
Vanuit IBN gingen er bijna 400 medewerkers naar de stakingsdag toe. Het bedrijf ondersteunt de actie volledig. "Ambtenaren, verplegers en nog meer sectoren zijn er op vooruit gegaan. Heel terecht, maar de meest kwetsbare doelgroep die niet zo goed voor zichzelf kan opkomen heeft er eigenlijk niets bij gekregen. Daar moet iets aan gebeuren", vindt algemeen directeur Maarten Gielen. Hij merkt dagelijks de meest schrijnende voorbeelden. "Mensen die dagelijks werken en daarvan nauwelijks kunnen rond komen." Zo heeft een alleenstaande moeder van drie kinderen uit Veghel een andere baan gezocht om haar kinderen te kunnen blijven onderhouden.
Marco Vissers werkt bij IBN als kok in het bedrijfsrestaurant in Uden. Hij is voor de mensen die niet naar Utrecht gaan achtergebleven om voor de lunchbreak te zorgen. Hij staat volledig achter de actie. "Omdat ik ook een volwaardige baan heb, vind ik het jammer dat wij niet mee zijn gegaan in een loonsverhoging. Wij zouden dat ook moeten krijgen, omdat wij net zo hard werken als iemand anders."
Ook werknemers van WeenerXL in Den Bosch doen mee aan de actiedag waar meer dan 8000 mensen worden verwacht. De actievoerders willen een loonsverhoging van minimaal 10 procent en een hogere reiskostenvergoeding.
In heel Nederland werken zo’n 75.000 mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt bij de sociale werkvoorziening. De afgelopen maanden zijn er op diverse plaatsen al lokale acties geweest. De vakbonden willen de druk opvoeren om hun eisen kracht bij te zetten. "We zouden net zoveel willen als in een normaal bedrijf. Zodat we onze rekeningen kunnen betalen", zegt Vissers.
Sociaalwerkbedrijven worden betaald met geld dat gemeenten van het Rijk krijgen. Daarom willen de gemeenten dat de minister meer geld beschikbaar stelt om de lonen te kunnen verhogen. "Het maakt mij niet uit wie in beweging komt. Ik vind het heel goed dat deze groep zich in Utrecht gaan laten horen, want dat blijkt nodig", aldus Gielen.