Natuurgebied De Maashorst in 2034: één aangesloten gebied van 3.500 hectare met grote grazers
Het natuurgebied De Maashorst zou in 2034 volledig aan elkaar verbonden moeten zijn. Als recreanten en dieren aan elkaar gewend zijn, zouden de wildrasters op termijn moeten verdwijnen.
Op 1 januari 2022 stopte Stichting Maashorst in Uitvoering, na bijna tien jaar werk aan het natuurgebied. Nu heeft de stichting een ontwikkel- en beheerperspectie nagelaten waarin staat hoe het natuurgebied er in 2024, 2034 en 2050 uit moeten zien. Doel van dit plan was om de inmenging van de mens in het beheer steeds verder terug te dringen en de natuur verder zijn gang te laten gaan.
In 2050 moet er één samenhangend landschap van 3.500 hectare natuur zijn met bos, heide, grazige vegetaties, vennen en stromende beekjes. Nu is in de Maashorst nog een omheind begrazingsgebied van 1.500 hectare met daarbinnen een wisentengebied. Het grootste gedeelte van het gebied (circa 2.000 hectare) is niet in gebruik en moet nog omgezet worden in natuur. De bedoeling is dat er in 2050 naast exmoorpony's, taurossen en wisenten ook de volgende diersoorten in de Maashorst leven: edelhert, das, boommarter, grauwe klauwier, raaf, ijsvogel, nachtzwaluw en rugstreeppad.
Recreatief transferium
Om het gebied recreatief interessanter te maken wordt er geïnvesteerd in het natuurcentrum Slabroek, een recreatief transferium aan de Palmstraat en de locatie van Brabants Landschap en Stichting Taurus in Keent. Daarnaast heeft de stichting samen met boeren een 'Wijst'-wandeling over de Peelrandbreuk ontwikkeld.