Onderzoek naar criminaliteit in WO II: ‘Goed of fout was niet zo duidelijk’
Criminaliteit tijdens de Tweede Wereldoorlog was tot nog toe een onderbelicht onderwerp, maar daar brengt het Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) verandering in, door rechtbankarchieven beschikbaar te stellen voor onderzoek.
Dat onderzoek wordt gedaan op initiatief van politiek historicus Jan Julia Zurné van de Radboud Universiteit, in samenwerking met het Noord-Hollands Archief en dus ook het BHIC. Zurné is blij met de medewerking vanuit het BHIC: “Die dossiers zijn gewoon supermooi. Er zitten vonnissen in, getuigenverklaringen, er komen verdachten aan het woord: daardoor worden de mensen uit de jaren ’40 ineens heel echt.”
Het onderzoek gaat in totaal zo’n drie jaar in beslag nemen, dus resultaten zijn er nog lang niet. Wél weet Zurné op welke facetten ze zich wil gaan richten: “Waar ik vooral naar ga kijken is diefstal, kleine criminaliteit. Omdat we weten dat dát tijdens de oorlog heel erg toenam. En dat is ook wel logisch: als er minder eten is, ontstaat er een zwarte markt. En mensen gaan blijkbaar ook meer stelen.”
Volgens Zurné kan het onderzoek een ander licht schijnen op de Tweede Wereldoorlog: “We kijken natuurlijk traditioneel heel erg vanuit ‘goed’ en ‘fout’ naar de oorlog. Die rechtbankstukken vind ik juist zo interessant omdat je daar het alledaagse leven ziet. Daarin is het ‘goed’ of ‘fout’ niet zo duidelijk.”
Wanneer de resultaten bekend zijn, bundelt Zurné deze in een boek. Mogelijk worden de bevindingen ook onderdeel van onderwijsmateriaal.