Openbaar vervoer in Brabant ‘hard getroffen’: financiële steun van het Rijk vereist
Door corona en de bijbehorende maatregelen is het openbaar vervoer in Brabant hard getroffen en de gevolgen daarvan zullen tot ‘zeker 2025’ merkbaar zijn. Om ervoor te zorgen dat het OV niet in een negatieve spiraal komt, vraagt de provincie het Rijk om financiële steun.
Dat wil zeggen; nog méér financiële steun, want de huidige tegemoetkoming van het Rijk voor het OV (de zogenoemde beschikbaarheidsvergoeding) om het grootste deel van de gevolgen van corona op te vangen, loopt in ieder geval nog tot 1 oktober dit jaar. Die tegemoetkoming dekt 93 tot 95 procent van de kosten. Om de overige procenten te compenseren is de dienstregeling al aangepast. Concreet gaat het in 2021 in Zuidoost-Brabant, West-Brabant en Oost-Brabant om respectievelijk acht, zes en vier procent minder bussen.
Als het Rijk de tegemoetkoming staakt, dan is de kans groot dat het OV in een zeer negatief scenario belandt met verstrekkende gevolgen, zo stelt de provincie. “Het is een verlies-verlies scenario voor alles en iedereen waarin de dienstregeling met maar liefst twintig procent wordt verminderd. Laat even inzinken wat dat betekent: een op de vijf busritten vervalt”, aldus gedeputeerde mobiliteit Christophe van der Maat (VVD).
Negatieve spiraal
Dat zou volgens de provincie een dieptepunt zijn: “Dat komt in de praktijk neer op minder bussen per uur op drukbezette lijnen, meestal geen bus meer na 21.00 uur (en soms al na 19.00 uur), het vervallen van minder goed bezette lijnen, tariefsverhogingen, mogelijk gedwongen ontslagen bij vervoerders en een forse knauw voor de duurzame openbaar vervoersambities van de provincie en het Rijk.”
Gemiddeld tien procent van de dienstregeling afhalen is het maximale, volgens Van der Maat. “Dat is echt de grens. Tien procent minder ritten is ook al erg veel en zal ook zeker voor sommige reizigers een verslechtering zijn, maar hiermee werken we wel toe naar een nieuwe basisdienstregeling in Brabant waarmee we, als de reizigersaantallen weer gaan groeien, ook zonder rijksteun verder kunnen. Als we nog meer ritten moeten stoppen, komen we in een negatieve spiraal terecht.”
'Gezond'
Die ‘negatieve spiraal’ zou ontstaan wanneer steeds meer reizigers geen goed OV meer hebben, waardoor het OV voor steeds minder reizigers een goed alternatief is. Er wordt dan nóg minder gebruik van het OV gemaakt en dat betekent alleen maar minder inkomsten, wat weer leidt tot verdere bezuinigingen, waardoor het OV op zijn beurt weer minder aantrekkelijk wordt.
De provincie verwacht dat het zeker tot 2025 duurt voordat de situatie weer op het pre-coronaniveau van 2019 zit ‘en zelfs dat is geen zekerheid’. “Bovendien zijn er door corona structurele veranderingen in reisgedrag in gang gezet. Mensen werken meer thuis, kiezen vaker voor de fiets of auto en er zijn afspraken gemaakt met onderwijsinstellingen over lestijden. Tot 2025 is sprake van een overbruggingsperiode.”
In het zogenoemde ‘toekomstvast’ scenario wordt toegewerkt naar een ‘gezonde’ situatie waarbij rijkssteun in 2025 niet meer noodzakelijk is. “In de praktijk betekent dit voor de komende jaren een dienstregeling met gemiddeld tien procent minder ritten. Sommige lijnen verdwijnen (deels) en in plaats daarvan zet de provincie op die plekken flex-alternatieven in en besparen vervoerders op de kosten.”