Pastoor over verwoestende brand kerkgebouw: 'Het moest een keer gebeuren'
Kort voor de brand in de kapel in Veghel was pastoor Ard Smulders bezig met het luiden van de kerkklokken. "Een vriend van mij wees mij op de oranje gloed bij de kapel, maar ik dacht eerst dat dit licht was dat aanstond." Niet veel later bleek het om een hevige brand te gaan.
Zondag staan alleen de buitenmuren van de kapel nog. "Het moest een keer gebeuren", zegt de pastoor. "Er is dertig jaar lang geen onderhoud gepleegd aan het gebouw." Het gebouw was uniek in Nederland. "Het hebben van een congregatiekapel was echt iets unieks voor Veghel. Dat hebben ze nergens anders."
Tot halfdrie 's nachts kon Smulders niet terug naar de pastorie, waar hij ook woont. "Ik ben niet bang geweest omdat de wind goed stond. Toen ik de klokken uit had gezet ben ik naar buiten gegaan en mocht ik van de brandweer de pastorie niet in totdat zij daar goedkeuring voor gaven." In de tussentijd werd de pastoor opgevangen door buren.
Het geeft ook een beetje het gevoel van opgeruimd staat netjes
Pastoor Ard Smulders
Hoe gek het ook mag klinken, Smulders is niet treurig om de brand. "Die verrotte toren die erop stond en dat oude dak, het geeft ook wel een beetje het gevoel van 'opgeruimd staat netjes'."
Hij hoopt wel dat het nu verwoeste gebouw behouden blijft. "Het is een rijksmonument, ontworpen door architect Cuypers. Het is een uniek gebouw dus daarom moet het wel behouden blijven." Of dat gaat lukken is de vraag, gezien de schade die de brand heeft veroorzaakt. "Het zal wel een flinke kostenpost worden."