Quiet members aan het woord: ‘Ik ken mensen die geen normaal eten kunnen betalen’
De resultaten uit de enquête van Quiet Oss laten zien hoe het met de mensen die lijden onder armoede gesteld is in Oss. Twee members van Quiet doen hun verhaal.
“De uitslag zelf is schokkend, maar we hadden de resultaten wel verwacht”, vertelt voorzitter Mari Peters over de resultaten van de enquête. “Een derde van de respondenten komt al niet meer rond met het geld dat ze hebben en een kwart zakt dieper in de schulden.” Volgens hem wordt het voor sommige mensen bijna onmogelijk om hun boodschappen te kunnen betalen. “Een jaar geleden hadden deze mensen nog 50 euro in de week om van te leven per gezin, nu zijn dat nog een of twee tientjes. Zie daar maar eens van rond te komen.”
Members
Quiet member Marion van Hasselt heeft dit jaar meer moeite met het betalen van haar rekeningen dan voorheen, “Natuurlijk merk ik het verschil met andere jaren, ik moet elk dubbeltje omdraaien. Als je je huur en andere vaste lasten hebt betaal hou je bijna geen geld meer over.” Hendrik van Luik is ook member van Quiet Oss. Hij vond de enquête confronterend om in te vullen, “Sommige dingen die je invult in de enquête, daar schaam je je best wel voor.”
Van Luik voelt zich door de huidige inflatie gedwongen om bepaalde boodschappen te laten staan. “Er wordt gezegd dat dingen 15 procent duurder zijn geworden, maar af en toe zie ik dat producten bijna de helft duurder zijn. Ik kocht eerst weleens een pak yoghurt van 1,19 en nu kost het 2,19. Dat kan ik dus niet meer kopen want voor die ene euro koop ik pakken noodles zodat ik in de middag kan eten.”
Den Haag
Met de resultaten hoopt Peters ook de regering wakker te schudden. “Vanuit Quiet Nederland zijn we bezig om deze resultaten op tafel te leggen bij Den Haag om duidelijk te maken dat de maatregelen die de overheid neemt nog niet voldoende zijn.” Van Luik ziet hier de meerwaarde niet van in. “Ja je kan wel zeggen tegen de regering dat het niet goed gaat, maar ik denk dat ze dat zelf ook wel weten. De vraag is wat we eraan kunnen doen.”