Stop van de Samenloop voor Hoop is ‘gewoon shit’
KWF Kankerbestrijding kondigde 6 april het definitieve einde van de Samenloop voor Hoop aan. De organisatoren van de Samenlopen in Heesch, Rosmalen en Oss vinden het een groot gemis. “Het voorziet in een behoefte”, zegt Wilma van Beekveld van de organisatie in Rosmalen.
Afgelopen week werden de organisatoren van de lokale Samenlopen overvallen met het bericht: na bijna 15 jaar en 265 Samenlopen stopt het evenement definitief. Het organiseren van het succesvolle evenement was volgens het KWF door de relatief hoge vaste lasten niet meer te verantwoorden. Het coronavirus zorgde ervoor dat de meeste Samenlopen in 2020 en 2021 niet door konden gaan, waardoor de opbrengsten niet meer opwogen tegen de tijdsinvestering en kosten.
Samen lopen in Oss, Heesch en Rosmalen
Van Beekveld kreeg een appje waarin de stop van het evenement werd aangekondigd en dat zag ze niet aankomen. Het evenement is voor haar erg waardevol: “Samen ervaringen delen, samen delen wat kanker met jou kan doen, met je omgeving kan doen”. Ook een van de organisatoren van de Samenloop in Oss, Robert van Vlijmen, kijkt terug met gemixte gevoelens: “Voor iedereen die erbij betrokken was, is het iets fantastisch geweest en het heeft ook nog een behoorlijk bedrag aan geld opgeleverd. Het is gewoon ontzettend jammer dat dat niet meer zal zijn.” Vooral de saamhorigheid staat de organisatoren nog altijd bij. “Ik word er nog wekelijks op aangesproken, in positieve zin”, geeft Petra van Teeffelen van de Samenloop in Heesch aan.
Bij haar is er ook wel begrip voor het besluit van het KWF. Van Teeffelen zag de grootschaligheid van de organisatie in Amsterdam en snapt daardoor bedrijfsmatig wel dat het KWF dit besluit heeft moeten maken. Daarnaast zegt Van Beekveld dat de opbrengsten van de Samenloop in vergelijking met andere inkomstenbronnen van het KWF niet erg hoog is. Volgens haar gaat de Samenloop echter over veel meer dan geld: “Ik denk dat de Samenloop geen evenement is waarvan de opbrengst in geld gemeten moet worden, maar vooral in beleving.”