Vertrekkende Vughtse wethouder Toine van de Ven in afscheidsspeech: ‘Gevoel dat ik iedereen in de steek laat’
Tijdens de gemeenteraadsvergadering in Vught werd donderdagavond stilgestaan bij het vertrek van wethouder Toine van de Ven (PvdA-Groenlinks). Een week geleden maakte hij bekend vanwege persoonlijke redenen te stoppen, naar eigen zeggen omdat hij “privé domme keuzes heeft gemaakt”.
Van de Ven werd lovend toegesproken door burgemeester Roderick van de Mortel: ‘Het is enorm jammer dat u stopt. U heeft zich al die jaren ingezet voor de Vughtse gemeenschap, op allerlei mogelijke manieren. U nam altijd de moeite om namens de gemeente op zoveel mogelijk plekken aanwezig te zijn; daar zijn we u dankbaar voor.’
Ook fractievoorzitter Nino de Lange greep het moment om Van de Ven uitvoerig te bedanken: “Op persoonlijk vlak heb ik enorm veel van je geleerd. Als fractie zijn we je enorm dankbaar; weet dat je altijd welkom bij ons bent.”
'Zo had ik geen afscheid willen nemen'
Tot slot nam Van de Ven – onverwachts – zelf ook nog kort het woord. ‘Ik had op deze manier geen afscheid willen nemen. Ik heb het gevoel dat ik iedereen in de steek laat, zeker met een aantal precaire dossiers in mijn portefeuille’, zei hij.
Van de Ven was geruime tijd een vaste waarde in de Vughtse politiek. Daarover zei hij: ‘Ik ben bijna mijn hele volwassen leven actief geweest in de politiek; ik weet haast niet beter. Dat heeft veel kruin gekost, maar ik heb ook veel mensen leren kennen.”
'Nieuwe balans zoeken'
Toch was hij van mening dat hij “een betere balans” moet gaan zoeken. “Dat is op dit moment belangrijk. Maar, ik zit nu inmiddels een paar dagen thuis en ik verveel me al stierlijk”, grapte hij. “Dus die balans moet ook weer niet doorslaan. Ik heb mijn eerste sollicitatie al verstuurd, dus ik hoop dat ik niet lang meer thuis zit.”
Van de Ven sprak ook nog over de waardering die hij vanuit de Vughtse gemeenschap heeft gevoeld: “Ik ben enorm dankbaar voor alle mooie reacties die ik heb gehad van mensen, ook vanuit Helvoirt. Dat is extra bijzonder, omdat Helvoirt nog niet zo lang bij Vught hoort. Ik kijk in ieder geval terug op zeventien hele mooie jaren.”