Wethouder Ufuk Kâhya treedt totaal onverwacht af: "ik ben een verdrietig en trots mens"
Ufuk Kâhya is aan het einde van de gemeenteraadsvergadering in Den Bosch totaal onverwacht teruggetreden als wethouder. Hij lag al weken onder vuur vanwege vermeend grensoverschrijdend gedrag richting zijn ambtenaren.
Kâhya begon geëmotioneerd aan zijn afscheidsspeech: "Ik sta hier als verdrietig en trots mens. Verdrietig omdat ik u ga vertellen dat ik terugtreed als wethouder. Trots om wat wij als gemeente en als stad voor elkaar weten te krijgen.”
In de afgelopen weken bleek dat meerdere ambtenaren van de gemeente zich hadden beklaagd over de wethouder. Hij zou zich niet alleen overal mee bemoeien maar ook schreeuwen tegen medewerkers en hen kleineren en negeren. In een brief ging Kâhya diep door het stof, maar dat was blijkbaar niet voldoende; hij voelde zich genoodzaakt af te treden.
Volgens de wethouder treedt hij terug met opgeheven hoofd en bezwaard gemoed: “De afgelopen dagen was ik onderwerp van gesprek. Het vroeg van mij de wil en de bereidheid om mezelf te bevragen. Dat heb ik gedaan en dat doe ik nog steeds. Het raakt me diep dat mensen in gesprek met mij last hebben gehad van mijn gedrag. Dat gaat in tegen alles waar ik voor wil staan. Ik ben gepassioneerd over de opgave voor onze stad. Ik kan in mijn werk veeleisend zijn en daarmee onbedoeld mensen hebben geraakt. Ik bied die mensen nogmaals mijn welgemeende excuses aan.”
Volgens de afgetreden wethouder kent een kwestie als deze ook een eigen dynamiek waarbij de laatste weken ook beelden naar boven kwamen waarin hij zich niet herkent. “Ik kan me tegenover feiten verhouden, niet tegenover deze beelden. Ik kan en wil daarover geen strijd aangaan. Zoiets wordt altijd een welles-nietes verhaal.”
Belangrijke opdracht
Wel zegt Kâhya dat deze dynamiek hem zorgen baart. “Ambtenaren én bestuurders gun ik een organisatie waarin het prettig werken is en waar steun en vertrouwen worden gevoeld. Waarin verschillen in opvatting bijdragen aan een ruimer perspectief. Waarin constructief van mening kan worden verschild. Waar niet óver elkaar maar mét elkaar wordt gesproken. Daar ligt nu een belangrijke opdracht voor dit college en de ambtelijke organisatie.”
Na zijn statement ontving de afgetreden wethouder een groot applaus van de aanwezige raadsleden. Burgemeester Mikkers noemde wat er gebeurd was voor iedereen een hard gelag. "Afscheid nemen van een mens in ons team, in de organisatie, maar zeker ook in de stad. Maar ik hoop niet voor de hele stad. Misschien wel nu, maar de talenten van Ufuk zijn te groot om verloren te laten gaan voor Den Bosch, voor Nederland of voor Europa." Mikkers wees er ook nog nadrukkelijk op dat besturen ook mensenwerk is.
Reactie college
In een eerste reactie van het college van burgemeester en wethouders staat dat Ufuk Kâhya betekenisvolle resultaten heeft geboekt voor de inwoners van ’s-Hertogenbosch. “Denk bijvoorbeeld aan zijn inzet op het gebied van gelijke kansen voor iedereen. Waarbij jeugd en jongeren zijn speciale aandacht hebben. Daar zijn we hem dankbaar voor.” Volgens het college is het besluit dat hij heeft genomen, niet gemakkelijk. "Zeker niet voor een gedreven, betrokken en enthousiast persoon als hij is. Het belang van ’s-Hertogenbosch en voor die stad, wijken, buurten en haar inwoners het goede doen, staat bij hem voorop. Ook in deze tijd. Dat besef kunnen wij alleen maar omarmen.”
Reactie fractievoorzitter GroenLinks
Fractievoorzitter Antoon van Rosmalen van GroenLinks zegt woedend te zijn over wat er gebeurd is: "Een wethouder die vanuit passie en dadendrang zjin ambtenaren aanspoort waarbij het wellicht weleens wat schuurde. Daarover heeft hij ook spijt betuigd. Maar het is de organisatie blijkbaar niet gelukt om daar op een volwassen manier mee om te gaan. Dit is een organisatie waar mensen liever óver iemand spreken dan mét iemand. En daardoor verliezen de stad en GroenLinks een verdomd goede wethouder."
De GroenLinks-wethouder was bezig aan zijn tweede periode als wethouder en was begin dit jaar nog verkozen tot 'Beste jonge bestuurder' door het blad Binnenlands Bestuur.