Zorgen over coronavirus in vluchtelingenkampen
De uit Maren-Kessel afkomstige Tineke Ceelen vraagt zich af hoe inwoners van vluchtelingenkampen zich kunnen wapenen tegen het coronavirus.
Ceelen, ex-leerlinge van het Titus Brandsma Lyceum in Oss, is sinds 2003 directeur van Stichting Vluchteling. Vanuit die functie bezoekt ze zo’n tien keer per jaar een van de vele vluchtelingenkampen over de hele wereld.
Ze ziet daar altijd al barre omstandigheden, als vluchtelingen op elkaar gepropt moeten zien te overleven, zonder fatsoenlijke gezondheidszorg of drinkwater. Maar de coronacrisis doet er nog een schepje ellende bovenop, ziet Ceelen. ‘’Wij zitten hier nu op anderhalve meter afstand van elkaar. Maar hoe doe je dat als je in een vluchtelingenkamp zit, letterlijk bovenop elkaar? Hoe wil je je handen continu wassen, als je geen water en zeep hebt?’’
Hoe wil je je handen continu wassen, als je geen water en zeep hebt?’’
Tineke Ceelen
De Maren-Kesselse was vlak voor het uitbarsten van de coronacrisis nog in Nigeria, in een kliniek in een vluchtelingenkamp die Stichting Vluchteling financiert. ‘’Ik kom in de apotheek van die kliniek, en daar staan dan drie potten met pillen en nog een doosje met verband, en dat is het dan. En dat in een kamp van vele duizenden mensen. Hoe wil je daar voldoende zorg bieden? En hoe wil je dit doen als hier straks corona losbarst?’’
Dodenherdenking
Ceelen zou eigenlijk een van de spreeksters zijn tijdens de dodenherdenking van de gemeente Oss. Zij zou vanuit haar eigen ervaringen vertellen over vrijheid en vluchtelingen. De directeur van Stichting Vluchteling komt daarom aan het woord in een speciaal programma dat Dtv op 4 mei vanaf 19 uur uitzendt over de dodenherdenking.